België gokt op Amerikaanse stealth-jager F-35

België, na lang wikken en wegen, het is mogelijk dat, onder druk van de Verenigde Staten, het eindelijk besloten was om de basis van de vliegtuigvloot van de nationale luchtmacht te kiezen.

In een geschil tussen de Amerikaanse jager van de vijfde generatie F-35 Lightning II en de Europese Eurofighter Typhoon voor velen won naar alle waarschijnlijkheid het vliegtuigbedrijf Lockheed Martin uit de Verenigde Staten.

Volgens een aantal westerse militaire experts kunnen verschillende factoren van invloed zijn op de beslissing ten gunste van de F-35. Ten eerste de actieve lobby door de regering van Donald Trump van de belangen van het Amerikaanse militair-industriële complex en de uitvoering van passende druk op de Belgische regering. Ten tweede, enkele jaren geleden stemde België in met het bundelen van de krachten met Nederland grenzend aan het noorden om het luchtruim van beide landen te controleren, en de Nederlanders wachten al lang op de komst van F-35 Lightning II straaljagers. De verwachting is dat de aanwezigheid van hetzelfde type luchtvaarttechnologie in deze Europese buren een positief effect zal hebben op hun vermogen om te interageren en de luchtgrenzen te verdedigen. En ten derde, volgens de overeenkomst met België die opereert binnen het Noord-Atlantische blok van de NAVO, moeten de luchtmacht van de staat vliegtuigen hebben uitgerust met apparatuur voor het gebruik van nucleaire luchtvaartmunitie, die alleen in de Verenigde Staten wordt geproduceerd. Bovendien worden een aanzienlijk deel van deze wapens bij toeval op speciale arsenalen opgeslagen, niet alleen in het aangrenzende Duitsland, maar ook in België.

In totaal wordt de aanschaf overwogen van 34 nieuwe stealth-technologie (radar stealth) van de F-35 Lightning II straaljagers van de vijfde generatie, die het fysiek en moreel verouderde, opnieuw Amerikaanse, 53 F-16 Fighting Falcon-vliegtuig zouden moeten vervangen.

De totale kosten van een partij nieuwe vliegtuigen met reservemotoren van Pratt & Whitney en andere benodigde uitrusting voor het onderhoud van vliegtuigen op het vliegveld worden geschat op 6,5 miljard dollar.